Privaat en publiek werken samen naar een ruimtelijk-economische strategie voor Curaçao

Onlangs is in het kader van de hervormingen in het grond- en vastgoedbeleid bij de uitvoering van het Landspakket een workshop georganiseerd om met stakeholders uit diverse maatschappelijke sectoren te praten over de ontwikkeling van een ruimtelijk-economische strategie voor Curaçao. Het Programma Grond en Vastgoed is een onderdeel van het Landspakket en omvat 12 projecten die gericht zijn op de hervorming en verzakelijking van het grond- en vastgoedbeleid (inclusief beheer) van de regering van Curaçao.

Beeld: ©De Tijdelijke Werkorganisatie

Tijdens de workshop stonden drie thema’s centraal: toerisme als economische pijler, energietransitie en de zelfvoorziening van Curaçao op het terrein van voedselproductie. Deze thema’s brengen ruimte en economie samen. Om over de thema’s te praten, zijn vertegenwoordigers uit de overheid, bedrijfsleven, vakverenigingen en kennisinstellingen uitgenodigd met als doel om in de komende periode gezamenlijk aan de opstelling van een ruimtelijk-economische strategie voor Curaçao te werken. Het gaat hierbij niet alleen om de kansen (bijvoorbeeld zon- en windenergie omzetten in waterstof), maar ook om de knelpunten (leveringszekerheid energie te garanderen terwijl de vraag van hotels toeneemt), een verbindende visie, de strategie en de vereiste focus (zoals foodsecurity), keuzes en commitment.

De heer Henk Jagersma is door de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) aangetrokken om als expert het Programma Grond en Vastgoed te ondersteunen. Dit programma valt onder de beleidsverantwoordelijkheid van het Ministerie van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VV&RP). De heer Jagersma heeft tijdens de workshop een presentatie gehouden over de economische ontwikkeling van Curaçao in de laatste jaren en keuzes in het grondbeleid ten behoeve van de Curaçaose economie van de toekomst.

Ook Minister Charles Cooper (VV&RP) en Minister Ruisandro Cijntje (MEO), waren bij de workshop aanwezig. MEO is verantwoordelijk voor de economische gedeelte bij het tot stand komen van de strategie. Minister Cooper bij de opening van de workshop: “Het is belangrijk dat naast de ministeries MEO en GMN ook het bedrijfsleven is vertegenwoordigd, zodat er sprake is van publieke en private samenwerking. Ondernemers maken de economie, zij zien kansen en mogelijkheden. De overheid kan richting geven en belemmeringen wegnemen. Samen gaan we het doen.” De minister stond ook stil bij de economische krimp van de afgelopen jaren en de gevolgen voor de toekomst: “De vergrijzing gaat veel geld kosten en leidt tot minder inkomsten. Curaçao heeft al jaren een tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans, omdat er meer wordt geïmporteerd dan geëxporteerd, hetgeen betekent dat elk jaar deviezen uit onze eigen economie wegvloeien naar het buitenland.” Het ombuigen hiervan kan door het volgen van drie speerpunten: het bevorderen van toerisme, de eerdergenoemde energietransitie en een voedselproductiestrategie voor Curaçao. Zowel minister Cooper als minister Cijntje zien het belang om hier met enige urgentie aan te werken. Ook de deelnemers aan de workshop delen deze visie. Hieruit vloeiden ook verschillende ideeën en initiatieven.

Naar aanleiding van deze eerste bijeenkomst is afgesproken dat in de hiernavolgende sessies diverse scenario’s uitgewerkt zullen worden. Daarnaast is gekeken naar hoe in de toekomst de samenwerking tussen de diverse stakeholders vormgegeven kan worden, met nadruk op de besluitvaardigheid van betrokkenen bij de vormgeving en implementatie van een ruimtelijk-economische strategie voor Curaçao.